Glenn Diesen
De auteur (°1979) is professor internationale betrekkingen in Noorwegen. Als vaste medewerker van
de Russische staatstelevisie en van Poetins Valdai Discussion Club en als adviseur van ‘Russia in
Global Affairs’ beschouwen velen hem als propagandist van Rusland. Hij kent het land alleszins zeer
goed.
Hij ziet de uitbreiding van de NAVO en de afbrokkeling van de liberale hegemonie als oorzaken van
de oorlog in Oekraïne en van de overgang van een unipolaire liberale wereldorde naar een
multipolaire onder leiding van Rusland en China. Volgens hem kwam er al in 2008 een einde aan 500
jaar leidende rol van het Westen. Ik zou eerder zeggen: in 2022.
Diesen beweert dat niet Poetin de oorlog veroorzaakte, maar het Westen door in 2014 een
‘staatsgreep’ te steunen om de NAVO te kunnen uitbreiden. Hij zegt ook dat slechts een minderheid
die ‘staatsgreep’ steunde, terwijl het wellicht een grote meerderheid was. Volgens hem misbruikte
het Westen de akkoorden van Minsk om tijd te winnen en een machtig Oekraïens leger op te
bouwen. De toon is dus gezet.
In deel I schetst Diesen de Westerse wereldorde sinds de Vrede van Westfalen (1648). Die maakte
een einde aan het overwicht van het Heilig Roomse Rijk en zorgde voor een machtsevenwicht tussen
soevereine, gelijke landen. Na de Napoleontische oorlogen waren er nog maar acht grootmachten
over, na de Tweede Wereldoorlog nog maar twee. Europa werd dan een vazal van de VS, die de
fabriek van de wereld werden, de zeeën en de internationale financiële instellingen controleerden,
hun hegemonie oplegden met vreedzame diplomatie en ook met militaire middelen zoals in Servië
en in het Midden-Oosten.
Hij beweert dat Kissinger in de jaren 70 China loskoppelde van Rusland: dat is fout, ze maakten al
ruzie in 1960 en 1962 en in 1969 voerden ze zelfs oorlog. In 1989 voorspelde Fukuyama dat alle
landen de liberale democratie en de Pax Americana zouden overnemen. Hij vergiste zich grondig.
Volgens Diesen organiseert de liberale wereldorde met zijn uitwassen, verheerlijking van
homoseksualiteit en het afstoten van zijn christelijk erfgoed zelf zijn verval.
Het voorstel van Gorbatsjov om een gemeenschappelijk Europees huis op te richten met
ontmanteling van Warschaupact en NAVO werd verworpen. In 1990 hadden zowel Baker (VS),
Genscher (BRD) als Wörner (NAVO) beloofd dat de NAVO niet zou uitbreiden.
Eind 1994 schreef Jeltsin al bezorgd naar Clinton dat de uitbreiding van de NAVO Europa opnieuw
zou splitsen. Die bezorgdheid werd ook gedeeld door minister van defensie William Perry, door
George Kennan in 1997, die er een nieuwe Koude Oorlog in zag, door CIA-baas Burns en
ambassadeur Matlock. Er waren dus genoeg waarschuwingen waar geen rekening mee werd
gehouden (p. 117-121). In 2001 trokken de VS zich terug uit het ABM-verdrag van 1972, vanaf 2007
plaatsten ze onderscheppings-raketten in Oost-Europa, in 2019 trokken ze zich terug uit het INF-
verdrag (p. 124-126). In 2007 vertolkte Poetin dan de Russische zorgen over de unipolaire wereld en
de NAVO-expansie. Bush negeerde ze door in 2008 voor te stellen om ook Georgië en Oekraïne op te
nemen.
In deel II onderzoekt hij de Oekraïne-crisis en hoe de opkomst van de Euraziatische wereldorde
versterkt is door deze oorlog. Hij beschouwt Oekraïne als een verdeeld land in een verdeeld Europa.
20% is etnisch Russisch, 80% gebruikt of gebruikte het Russisch als omgangstaal. In Oost-Oekraïne
oordeelde men anders over de Russische overheersing en over de Holodomor dan in het Westen. Hij
beweert dat de meeste Oekraïners tussen 1991 en 2014 een positief beeld hadden over Rusland (p.
133-141). De Oranjerevolutie van 2004 installeerde Joesjtsjenko als anti-Russische president. Diesen
zegt er niet bij dat de Russen hem vergiftigden. Volgens Diesen zagen 43% van de Oekraïners de
NAVO in 2008 als een bedreiging en waarschuwden de Amerikaanse en Britse ambassadeur toen al
dat het lidmaatschap tot oorlog zou leiden, o.a. omwille van Ruslands bezorgdheid om zijn Zwarte
Zeevloot (p. 143-146). In 2010 won de pro-Russische Janoekovitsj de presidentsverkiezingen. Hij
legde de neutraliteit vast, zoals ook in de grondwet van 1990 stond. In november 2013 bood de EU
dan een associatieverdrag aan. Janoekovitsj koos uiteindelijk voor Rusland. Diesen beweert dat de EU
2
en de VSA de Oekraïners opriepen om in opstand te komen. Dat klopt voor Verhofstadt, maar verder
was die opstand spontaan. Diesen vertelt ook niet dat Janoekovitsj zich mateloos verrijkt had.
Het valt ook te betwijfelen of die opstand een ‘door de VS geplande staatsgeep’ was (p. 149-150). Hij
beweert dat de moordende scherpschutters niet van Janoekovitsj waren, maar van de Maidan-
oppositie (p. 150). Wellicht was het omgekeerd.
Na de ‘staatsgreep’ van februari 2014 escaleerde het conflict. In Oekraïne werden de Russische taal,
cultuur en orthodoxe kerk gemarginaliseerd. De ‘inval van de NAVO’ leidde tot de inname van de
Krim ‘om te voorkomen dat Washington de marinebasis van Sebastopol zou innemen’ en tot de
steun van het Russische leger aan de opstand in de Donbas. Ook in Odessa waren anti-Maidan-
demonstranten, maar het gebouw waarin ze zich verscholen werd in brand gestoken (p. 154-158).
Diesen vermeldt niet dat de separatisten in de Donbas talloze concentratiekampen inrichtten waar ze
de Oekraïne-gezinden folterden. Zie Stanislav Aseyev, ‘Het concentratiekamp in de Paradijsstraat’
(2023).
Het Minsk-akkoord van februari 2015 beloofde autonomie voor de Donbas, maar het werd
tegengehouden door de VS en Kiev. Het had de oorlog van 2022 kunnen voorkomen (p. 163).
Zelensky wou in 2019 vrede stichten en onderhandelen met Rusland, maar nationalistische,
extreemrechtse groepen en de VS hielden hem tegen (p. 171-173).
In december 2021 eiste Poetin niet enkel dat de NAVO niet verder zou uitbreiden en geen militaire
bases zou oprichten in Oekraïne, maar ook de terugtrekking van alle troepen uit Oost-Europa. Biden
verzekerde dan dat er geen offensieve aanvalswapens in Oekraïne zouden komen. En op 19 februari
2022 vroeg Olaf Scholz aan Zelensky om zijn NAVO-aspiraties op te geven en zich neutraal te
verklaren. Hij weigerde (p. 178-179).
Diesen beweert dat Rusland zijn invasie beschouwde als een ‘preventieve aanval om een
vredesakkoord te bereiken’ (p. 183). De echte bedoeling was Oekraïne geheel of gedeeltelijk te
veroveren, er een Russisch-gezinde regering te installeren en zo de uitbreiding van de NAVO te
verhinderen. Poetin wou minder NAVO, maar kreeg er meer door de toetreding van Finland en
Zweden. Diessen beweert ook dat Rusland geen infrastructuur en burgers aanvalt, terwijl hij goed
weet dat half Oekraïne verwoest is, dat burgers gefolterd en uitgemoord werden, niet enkel in
Boetsja en Irpin, maar ook in het volledig verwoeste Marioepol.
Op 25 en 27 februari en in maart 2022 was Zelensky wel bereid om over neutraliteit te praten, maar
de VS en het VK (Johnson) hielden hem tegen (p. 189). In april 2022 eindigden de
vredesonderhandelingen na de reis van Johnson naar Kiev en de moorden in Boetsja. In februari
2023 stelde China een vredesplan voor. Oekraïne en Rusland waren bereid te onderhandelen, de VS
waren tegen en herhaalden dat in juni 2023: het zou de agressor belonen met de veroverde
gebieden.
In het laatste hoofdstuk keert Diesen terug naar de 19 de eeuw, toen Rusland delen van het Perzische
rijk veroverde (Armenië, Azerbeidzjan, Georgië in 1828), maar de Krimoorlog (1853-1856) verloor. Op
het einde van die eeuw richtte Rusland zich al op Azië. Tijdens de Sovjet-tijd was dat niet zo, nu weer
wel. China probeert samen met Rusland en India de de-dollarisering door te drukken. De uitbreiding
van de BRICS tast ook de Amerikaanse hegemonie aan. Diesen verzet zich met klem tegen de
Westerse sancties en tegen de inbeslagname van Russische tegoeden door SWIFT (p. 217-220).
De auteur besluit: “De oorlog in Oekraïne was een voorspelbaar gevolg van een onhoudbare
wereldorde en werd een strijdtoneel voor een nieuwe wereldorde met multipolariteit.”(p. 227).
Hij vergeet te zeggen dat Poetin tot op het einde deed alsof het enkel militaire oefeningen waren en
zich niet liet tegenhouden door de telefoons van Macron e.a.
Beoordeling
De auteur kent zijn onderwerp en de literatuur erover. Hij is zeer belezen en zeer goed op de hoogte
van de internationale politiek en van de geschiedenis van Rusland. Hij kan zich perfect inleven in het
denken van Poetin, Lavrov en co.
Het eerste deel is zeer theoretisch, eerder saai en enkel geschikt voor een beperkt publiek. De rest is
boeiend en leerrijk.
Als lezer moet je wel alert zijn, want Diesen selecteert zijn bronnen en laat weg wat niet in zijn
betoog past, b.v. het getuigenis van Aseyev over de concentratiekampen in de Donbas. Of de massale
verwoestingen in Oekraïne en meer bepaald de totale vernieling van Marioepol, waar ze nu luxe
3
appartementen met zicht op zee bouwen voor rijke Russen. Hij zwijgt ook over de ontvoering van
tienduizenden Oekraïense kinderen naar Rusland.
Hij zegt ook niets over de ca. 150.000 Russische doden en de ca. 350.000 Russische gewonden en de
ca. 100.000 Oekraïense doden en de ca. 300.000 gewonden. Of het neerschieten door de Russen van
vlucht MH17, met 298 doden.
Hij zegt ook niet dat velen in Rusland opriepen om geen oorlog te voeren tegen hun broedervolk en
dat de demonstranten tegen de oorlog opgepakt werden en nu voor jaren opgesloten zitten.
Hij vergeet ook dat de Oost-Europese landen uit vrije wil lid werden van de NAVO, nadat ze 45 jaar
onderdrukt waren door de Sovjets. Er leeft in Rusland heel wat hysterie rond die allicht
onverstandige uitbreiding van de NAVO, maar tot februari 2022 bracht ze geen enkele schade toe
aan Rusland en ook niet aan zijn vloot in Sebastopol. En in 2018 werd Poetin door Macron nog als
een keizer rondgereden in Versailles bij de herdenking van 100 jaar einde van de Eerste
Wereldoorlog.
Diesen beweert dat de Russische soldaten pas op de Krim waren na het referendum (p. 131): dat
klopt niet, de ‘groene mannetjes’ waren er al eerder.
De spelfouten zijn details, maar bij een volgende druk mogen ze eruit gehaald worden, b.v. p. 28: de
NAVO, ‘dat’ i.p.v. die; p. 122: die belemmert i.p.v. ‘belemmerd’; is ingedrukt i.p.v. ‘is indrukt’ (p. 155).
Het boek is voorzien van uitgebreide noten en een stevige bibliografie.
Het leert ons vooral dat de VS, het VK en de NAVO weinig moeite deden om de oorlog te voorkomen
en evenmin om hem snel te beëindigen. En dat de hegemonie van het Westen stilaan tot het
verleden behoort.
Referentie:
Glenn Diesen,
De oorlog in Oekraïne en de Euraziatische wereldorde
(vertaling uit het Engels)
Uitgeverij De Blauwe Tijger, Groningen, juni 2024
277 pagina’s, noten, bibliografie, € 30
ISBN 978-94-932-6231-7
© Jef Abbeel juli 2024 www.jefabbeel.be
Comments